De cijfers
Om
objectief naar een onderwerp te kunnen kijken moet een een cijfermatige
onderbouwing hebben. Middels tekst en veel grafieken geven wij aan wat de
huidige stand van zaken is.
Bij
een viertal docenten is een test gedaan. Deze docenten geven nog vrij veel
klassikaal les. Zoeken op internet, de encarta encyclopedie en wat oefen
programma’s worden door hen op zijn tijd gebruikt. Eén docent geeft
college lessen, die als saai ervaren worden. Deze lessen gebruikt hij als
basis voor bijv. lessen met de computer.
Leerlingen
willen grotendeel meer computers in de lessen. Ze vinden dat ze
zelfstandiger kunnen leren en hun eigen tempo kunnen bepalen en beter
leren. Thuis gebruiken ze de computer naast “fun” voornamelijk voor
het uitwerken van verslagen.
Veel
docenten zien de computer als een leuk extra’tje. Aan aantal als een
zeer goed bruikbaar hulpmiddel. Het Nipo geeft aan dat het gebruik van ict door
docenten als volgend wordt gezien:
+/-
30% van de leraren gebruikte de computer voor zijn baan. Per leraar worden er
gemiddeld 8 lesuren per jaar werkelijk computers in de lessen met leerlingen
gebruikt. Dit gebruik is verdeeld in: Instructie en oefenen 20% - 30%,
gegevens verwerken 50% en toetsen 10%
Docenten
vinden voor computer het meest geschikte doel om didactisch gericht
zelfstandig te leren. Leerlingen zeggen het meeste met het zoeken op
internet bezig te zijn. Dit doen ze vaak thuis.
Op
het gebied van communicatie tussen leerlingen onderling en met de docent
zelf meent maar 20% positieve veranderingen waar.
Om ict goed in te kunnen passen in lessen moeten de docenten wel over ict vaardigheden beschikken.
Om
deze deskundigheid te bevorderen zijn de docenten van mening dat de
volgende oplossingen effect hebben:
Uiteindelijk
komen docenten aan hun informatie op ict gebied via de volgende bronnen:
Ondanks een
lage score bij de ict vaardigheden hebben docenten hebben wel een mening
over de inhoud van programma’s die zij in hun lessen kunnen gebruiken.
Problemen
Volgens
NIPO 2001 zegt 45% van de systeembeheerders dat te weinig kennis en
ervaring van ict, het probleem is dat docent het niet of weinig gebruiken.
Slechts 10% van de docenten onderschrijft dit maar.
Bruin:
Systeembeheerders Blauw:
Docenten
De
stichting ict, ondersteund door het ministerie van ocw, stelt: “Over het
voortgezet onderwijs stelt de inspectie dat 'veel leraren niet in staat
zijn de ICT-mogelijkheden te integreren in hun didactisch handelen. Het
merendeel van de ICT activiteiten vindt plaats in het studiehuis of
huiswerksituaties en niet in de lessen. Een struikelblok op de meeste
scholen is de afwezigheid van een heldere visie op de onderwijskundige
toepassing van ICT'”
Verder geven docenten aan tegen de volgende problemen aan te lopen.
De
docenten verwachten dat qua te behandelen theorie er veel zal veranderen.
De programma’s zullen geavanceerder worden maar van basis niet
veranderen. Wel verwachten alle docenten een probleem met de hard en
software voorziening.
Veel
docenten geven aan dat programma’s niet aansluiten bij hun lessen.
Echter een probleem is dat veel docenten niet op de hoogte zijn van de
mogelijkheden en de te beheersen didactische vaardigheden die
programma’s bieden/ eisen.
Slechts
13% van de kernteams van scholen geeft aan goed op de hoogte te zijn wat
er allemaal mogelijk is op het gebied van ICT.
Om ict problemen te tackelen stelt de stichting ict, dat scholen een ict visie moeten hebben. Een ICT visie van een school: omvat opvattingen over de rolverdeling tussen leraar en leerling alsmede de keuze van doelen en materialen. Bij het formuleren moet er van de vier pijler uitgegaan worden. Binnen elke pijler moet het ict onderwijs ingevuld worden. De volgende verhoudingen worden voorgesteld.